Zucht. Alweer de telefoon. Of hij misschien wil draaien, half januari. Voor een echt heel bijzondere salon in Gruchtelerveen. Vermoeid maar nog net beleefd neemt hij de klus aan. Hij moet wel. Hij legt de hoorn neer en kijkt uit het raam. Zomer in Holland: het regent.
Het dj-schap begon voor Harko Daalderop al op jonge leeftijd. Naast voetbal (‘Ga jij maar keepen’) bleef Harko ook op feestjes altijd over, in de hoek. ‘Ga jij maar plaatjes draaien’. Aan het eind van de avond moest hij de schuifelplaatjes opzetten. Lijdzaam keek hij toe hoe zijn heimelijke liefde met De Stoerste Jongen Van De School lijf aan lijf de nacht ingleed.
Hoe langer Harko alleen bleef, hoe beter hij ging draaien. Hij werd steeds vaker op feestjes gevraagd, kon er zijn brood mee verdienen. DJ Hard-Ko werd een begrip voor menig gabber. Maar die massa’s hompende en hakkende medelanders in feestzalen en de subtiliteit van ‘Alles naar de klote!!!’ waren al snel niet meer aan hem besteed. Want alleen is ook maar alleen.
Via ballroom, salsa, bridge en alleengaandenreizen, kwam Harko bij tango uit. Een niet ongebruikelijke route maar ook nu bleef Harko aan de kant over. Bij de draaitafel. Hij bood de docent van dienst aan af en toe te helpen en van het een kwam het ander. Al snel was Harko niet weg te slaan achter de dj-stek. ‘Weer DJ Shag’, verzuchtte een danser. ‘Die draait ’t liefst zelf.’
Maar Harko bleek ook in tango een draaitafeltalentje en alras werd hij gevraagd ook buitengaats te draaien. Harko liet naamkaartjes drukken. ‘DJ Tournedos. Draait voor twee!’ Zijn roem en klasse – want slecht draait ’ie niet – bracht hem vele tijdsgrenzen verder. Harko draaide zich een slag in de rondte en wentelde zich als een blij varkentje in de aandacht en waardering. Harko schurkte aan geluk. Alleen gelukkig leek voldoende.
Drie jaar geleden. Op een salon in Kweldorp liep hij zijn oude schoolliefde tegen het inmiddels welgevormde lijf. Gloedvol leverden ze levenslijnen uit en zij vroeg of hij wellicht nu wel wilde dansen – haar been zocht het zijne al op. ‘DJ’s dansen niet’, schutterde Harko en verdween achter zijn cd-man. Zij ging dansen met de Meest Macho Milonguero Man van het land en verdween kirrend in zijn fuik van plastic passie.
Er brak iets bij onze wereldkampioen 2002. Harko nam elke salon aan, draaide door heel het land, op zoek naar haar, zijn levend litteken. Harko draaide marathonsalons – ongevraagd. Hij draaide salons in zijn huiskamer. Voor zichzelf. Hij draaide voor zijn spiegelbeeld. Hij draaide op straat en onder bruggen, maar zelfs de zwervers en de ratten liepen weg. Harko draaide door.
Zijn moeder vond hem, starend naar een cd-speler on repeat. Hij moet daar zo – als men op de lucht afging – zeker een week of wat hebben gezeten.
Na drie weken Efteling trok Harko weer een beetje bij maar helemaal hersteld is hij niet. Hij moet draaien, moet haar willen zien. Zij zit in zijn bloed en zonder bloed is er weinig leven.
De zomers zijn sedertdien beproevingen voor deze tsaar van de tanda’s. Wekenlang geen salons, wekenlang weten dat hij haar niet zal zien. Wekenlang besluiten nooit meer te draaien. Nimmer en nergens meer. Emigreren naar een tangovrij land. Boswachter worden in donker Afrika. Alles om heel ver weg te komen.
Maar lijden leidt zijn leven en hij kan alleen maar volgen. Ook in het komend seizoen. Hij moet wel. Omdat elk nummer dat hij draait alleen voor haar is. Harko laat zijn tango’s voor hem huilen. Alleen voor haar. Zoals hij.
Alleen zijn is een eenzaam hart dat je niet kunt delen. Heb medelijden met onze dj’s.