Weer of geen weer, je kunt altijd op ze rekenen. Ze komen als eerste aan, en gaan net voor de laatste weg. Ze kopen hun kleren bij dezelfde, betere kledingzaak, ze hebben dezelfde kapper, dezelfde opticien en zo nu en dan dezelfde vriendin. Van oude mannen en de dames die voorbijgaan.
Lang getrouwd en – met de vut in zicht – tegen je tweede scheiding aangelopen. Een half jaar later gaat je minnares er na vijf jaar vandoor met de au pair van haar kleinkind. Je eerste prostaatbehandeling. Een jaren zeventigflat met magnetronmaaltijden. Nooit echt met je vader kunnen praten. Alweer bridge. Te jong voor rock & rollator, te oud voor jonge rokken. Je dochter die je over de telefoon verwijt dat je er nooit was. Becel met extra calcium. Een Rijncruise. ‘Mijn god, een Rijncruise’, verzucht je. ‘De Heer heeft een raar gevoel voor humor’. Je lacht je Kukident los en voelt dat de zon even mededogen met je heeft. Het roer moet om, de gordijnen open, buiten wacht de wereld om geleefd te worden.
Op dit moment loopt de held van dit verhaal tegen tango op. Hij gaat op les, vindt een partner (‘Best een leuke meid’) en ziet meer oude mannen – lotgenoten. Hij knapt zienderogen op, koopt een nieuw luchtje, neemt een bosje bloemen voor zijn dochter mee, en brengt die best leuke meid naar huis. Hij gaat salons af, oefent zoals hij vroeger spruitjes moest eten, en ziet eindelijk zijn leven gespiegeld in de werkelijkheid. Zijn droefheid is zichtbaar geworden, hij kan zichzelf troosten in de warme krochten van een tango. En daar mag best een glaasje rood bij.
Eigenlijk zou ik hier moeten ophouden. Maar voor mij begint het hier. Ik vind oude mannen een beetje vies. Oude mannen kijken niet, luisteren niet, dansen niet. Ze worstelen, meer met hun partner dan met zichzelf – helaas. Oude mannen nemen een nietsvermoedende dame in de arm om haar vervolgens dat prettige, masculiene gevoel van bescherming te geven: die subtiele combinatie van workmate en korset. Zij mag dan prinses wezen, hij blijft koning. Oude mannen proberen indruk te maken. Op hun dame en op de oude mannen aan de kant. De nieuwe 65+pas wordt met veel bravoure aangekondigd, driemaal achtereen erdoorheen gejaagd, waarna hij omstandig uitlegt wat zij nu weer fout doet. Aan hem kan het niet liggen, hij kijkt immers de hele tijd naar zijn en naar haar voeten.
Oude mannen zijn gevaarlijk. Er zijn vrouwen die met hun hak ‘s.o.s.’ op de vloer tikken, in de hoop op een cortina of desnoods een blikseminslag. Uit pure paniek houdt zij de ogen stijf dicht. Wat je niet ziet, zit hopelijk niet aan je. Je kunt je als menselijk schild tegen dit geriatrisch geweld opwerpen, maar dat helpt niet altijd. (Moet ik nog uitleggen dat er ook oude mannen van 28 zijn?) Menig dame gaat van de vloer omdat een oude man zijn partner – haar hak – op de voet van een andere dame heit. Geen omkijken, geen excuus, geen idee.
Soms denk ik dat oude mannen dit wel weten en voelen, maar dat ze in tango een unieke vrijheid vermoeden. Een vrijheid waarin ongerichte frustratie over een onverricht leven bandeloos wordt gebotvierd, onder de veilige deken der dans. En dan mag je ook nog eens langdurig dames ongegeneerd tegen je aan houden. Want het is toch maar een dans. En ik ben maar een oude man. En o, wat dansen we toch lekker met mij. \n\nHoe oud ik ook mag worden, ik hoop nooit een oude man te zijn. Dan maar een Rijncruise.